Zutphen, Zaadmarkt 95

Stadspand gelegen aan de Zaadmarkt in het “Grote en Kleine Wand vierendeel”. Dit pand ligt op de plaats van een vroege gracht rond de stad. Bij het slechten van de wal ter plaatse van de huidige markt werd de gracht gedicht en konden hier huizen worden gebouwd. Hiervoor werden kavels uitgegeven van ca 5,5 – 6 meter breed. Het huidige pand is bijna 12 meter breed en ontstond door de samenvoeging van twee kavels. 
De entree met achtergelegen gang werd gesitueerd in de linker kavel en de grote kamer of salon in de rechter kavel. Hierbij bleef de zware scheidingsmuur behouden. 

In de loop der tijd zijn er veel verbouwingen geweest. Opvallend hierbij is dat het pand twee langskappen achter elkaar heeft gekregen hetgeen door de grote overspanning van de voorste kap constructief ongunstig uitviel. Daarbij is de borstwering aan de straatkant ook nog een keer verhoogd om extra aanzien te geven. 

Op de kroonlijst staat “Gasthuis in de Heilige geest” wat duidt op een oude bestemming als ziekenhuis. Mogelijk maakte het toen deel uit van een klooster. Rond 1971 is het pand ontpleisterd en in 1988 is het op ‘strak-zakelijke’ manier verbouwd tot tandartsenpraktijk. In 2005 is het enigszins verwaarloosde pand aangekocht als kantoorpand.

Het plan
De nieuwe eigenaar wilde het pand restaureren en het interieur weer in oude stijl terugbrengen. De meeste ingrepen uit 1988 zijn teruggedraaid, waaronder het dichtmaken van een aantal grote doorbraken. Voor de detaillering hebben we gekeken naar de enkele nog aanwezige oude deuren en afwerkingen. De grote voorkamer heeft weer een representatieve functie gekregen. Het oude plafond en raambankjes zijn hersteld en achterin, waar ooit suitedeuren zaten, is een grote boekenkast gekomen waardoor ook het plafond weer in verhouding tot de ruimte werd gebracht. 

De gang hebben we weer allure kunnen geven door een nieuw plafond op originele hoogte aan te brengen en twee nieuwe tochtpuien te plaatsen. Achterin is de gang weer met een zijkamer samengevoegd om een kantine mogelijk te maken. Verder hebben we de oude balklagenplafonds weer in het zicht gebracht. De hoofdtrap is verbeterd en is er een nieuwe zoldertrap gekomen. Bij de situering van natte ruimte op de verdieping is er al rekening mee gehouden dat het pand ooit weer als woning gebruikt kan worden.


(gemeentelijk monument)

Deze oude smederij met bovenwoning is gelegen in het “Waterstrater vierendeel” binnen de oudste nederzetting van de stad (stammend uit ca. 1300). De Kolenstraat is een smalle straat waar van oudsher al veel kleine bedrijfjes zijn gehuisvest.  De smederij op de begane grond heeft grote in drieën gedeelde deuren aan de straat. De oude stookplaats, de smidse, met een schouw en een waterput zijn nog aanwezig. Op de verdieping bevindt zich een woning met daarboven een zolder.

In 2001 wordt het pand in fasen opgeknapt en aangepast aan de huidige eisen. In de smederij wordt een kunstenaarsatelier gehuisvest. De woning op de verdieping blijft gehandhaafd en de zolder wordt verbouwd tot apart gastenverblijf wat voor korte of langere tijd verhuurd wordt. Veel oude elementen zijn in het zicht gebleven zoals de zware zolderbalklaag met andreaskruisen in de smederij en de kapgebinten met hijswiel in het gastenverblijf op de zolder). In 2008 wordt het gehele pand aangewezen tot Gemeentelijk monument.


(Rijksmonument)*

Deze stadswoning ligt in het ‘Mommenhaver vierendeel’ binnen de oudste nederzetting van de stad. Het huidige pand bestaat uit een samenvoeging van 2 kleine laat-Middeleeuwse huisjes. Deze samenvoeging is nog goed zichtbaar door de verschillende kelders onder het voorste deel, de zware dwarsmuur door het pand, de verschillende vloer niveaus en de geknikte voorgevel. In de tweede helft 18e eeuw wordt het pand ingrijpend verbouwd en krijgt het ook een nieuwe voorgevel. In het linker deel komt een brede gang met kleine kamer, voorzien van een erker. Het rechterdeel houdt een grote voorkamer of salon met een achtergelegen kamer. In het begin van de 19e eeuw wordt deze voorkamer verder verfraaid en voorzien van lambrisering, raambankjes en een fraai stucplafond. De verdieping wordt sober gehouden en bestaat, net als de begane grond, uit drie hoofdvertrekken. De laat middeleeuwse moer en kinderbalklaag is hier nog zichtbaar. 

In 1845 wordt hier de grondslag gelegd voor de brandverzekeringsmaatschappij ‘De Nederlanden van 1845’ wat later zal uitgroeien tot de Nationale Nederlanden, nu onderdeel van ING. In de loop van de 19e eeuw verhuist de verzekeringsmaatschappij naar een groter pand aan de IJsselkade. Nadat het pand jarenlang als pakhuis in gebruik is door een lokale uitgeverij wordt het in 1995 in uitgewoonde toestand teruggekocht door de ING-groep. Het pand staat dan al lange tijd te koop. Om persoonlijke redenen heeft Frans Ambagtsheer zich in die periode al met het pand bezig gehouden en plannen gemaakt. Snel na de aankoop door ING wordt daarmee contact gelegd en volgen plannen voor restauratie. 

Het plan
Bij de restauratie van bet pand Ravenstraatje 3 zijn zo veel mogelijk delen teruggebracht in de staat van waarin het zich ten tijde van de oprichting van De Zutphense (1845) bevond. Daarbij wordt dankbaar gebruik gemaakt van de foto van de voorgevel uit 1900. Hiermee kan een goede reconstructie van het oude snijraam worden gemaakt. Ook de schuiframen met blinden op de verdieping komen terug. Van het interieur zijn het stucplafond in de salon met raambankjes en schouwpartij nog oorspronkelijk. Ook de hoofdtrap en veel binnendeuren zijn gespaard en dienen als voorbeeld voor ontbrekende deuren. Overige onderdelen en lambriseringen worden gereconstrueerd. Wel wordt de insteekverdieping boven de hal en kleine zijkamer verwijderd. In 1997 wordt het pand opgeleverd en in gebruik genomen als museumgalerie met bovenwoning.


(Gemeentelijk monument)

Dit oude pakhuis ligt in het middeleeuwse stadsdeel Barlheze. Oorspronkelijk heeft het pand onderdeel uitgemaakt van een complex van panden dat toebehoorde aan de heren van Bronckhorst. De eerste vermelding komt uit 1475. Nadat het pand lange tijd in gebruik is als onderdeel van een jeneverstokerij raakt het in verval. Afgerotte moerbalken, ingestorte vloeren en door vocht aangevreten en uit het lood staande muren zijn hiervan het gevolg. 

Het plan
Als het pakhuis in 1997 wordt aangekocht is het inmiddels een bouwval. Het pand bestaat uit een begane grond met ondergelegen gewelfkelder, een verdieping met tussen verdieping en een hoge zolder. Met behoud van de historische uitstraling wordt er een werkomgeving gecreëerd die van deze tijd is. Veel van het interieur, inclusief balklagen en trappen, moet worden vernieuwd. Afgerotte moerbalkkoppen kunnen met kunsthars en glasvezelstaven worden hersteld en de sleutelstukken blijven gehandhaafd. Ook de gevelkozijnen worden vernieuwd. De kap wordt opgeknapt en de oude eiken gebinten en sporen blijven behouden. In juni 1999 wordt het opgeleverd en in gebruik genomen als kantoor.

In april 2000 krijgt het project de Zutphense Paltsprijs toegekend voor de historische verantwoorde aanpak van het pand.


In 1538 werd de dwangburcht (in de volksmond genoemd ‘Dat Bolwerck’) van de hertog Van Gelre door woedende Zutphenaren met de grond gelijk gemaakt. Een aantal jaar later bouwde rentmeester Warninckhoff hier zijn woonhuis en noemde het, met enige ironie, ‘Dat Bolwerck’. Blijkens een jaartalsteen op de gevel, is het huidige bouwwerk met gotische gevel, gebouwd in 1549. Rond 1775 is hier het dwarshuis, met hoge schildkap, tegenaan gebouwd. In 1939- ’40 is het pand ingrijpend gerestaureerd door A.A. Kok en heeft het 16e eeuwse deel de oorspronkelijk kruisvensters teruggekregen. Het dwarshuis kreeg de 18e eeuwse roedevensters weer terug.

Daarna is het pand jaren lang in gebruik gewest als stadsbibliotheek om vervolgens enkele decennia als een geheel te worden verhuurd als woning. Het pand ligt zeer markant op de kop van de markt, met aan de achterkant een grote tuin die grenst aan de stadsmuur en Drogenapstoren.

Medio 2012 werden plannen gemaakt om het pand te restaureren en renoveren naar enkele grote appartementen. Hierop vooruitlopend is eerst het casco ingrijpend aangepakt met constructief herstel van oude constructie. Gaandeweg is het plan voor splitsing in appartementen losgelaten omdat zich een nieuwe huurder meldde die het als geheel in gebruik wilde nemen voor culturele bestemming op begane grond en bewoning met gastenverblijf/B&B op verdieping. Hierdoor konden veel grote ruimten in tact blijven waardoor de oude spanten, moerbalklagen, schouwen etc. volledig te zien zijn. Er is gebruik gemaakt van duurzame (natuurlijke) isolatie van dak en gevels. De schuifvensters zijn daarbij voorzien van isolerende beglazing terwijl voor de glas-in-lood ramen achterzet beglazing is toegepast.


(Rijksmonument)

Het uit 1908 daterende monument is een beeldbepalend pand aan de Deventerweg, een van de invalswegen van de stad. Oorspronkelijk is het gebouwd als woonhuis. Momenteel worden souterrain en begane grond gebruikt als tandtechnisch laboratorium. Een grondige exterieur restauratie is nodig.

In de loop van de tijd is door verwering veel schade ontstaan aan metselwerk, terrazzo en houtwerk. In de gevel zijn zo’n zeven verschillende bakstenen toegepast. De juiste verblendstenen en de geglazuurde waterlijst-stenen zijn niet meer vrij in de handel en moeten in kleine hoeveelheden speciaal geproduceerd worden. De smeedwerk hekwerken en torenspits worden gedemonteerd voor herstel. De gemetselde kolommen van de veranda zijn over de volle hoogte gescheurd door roestende wapening en worden grotendeels nieuw opgemetseld. Roestende blindankers worden behandeld en het metselwerk weer ingeboet. Bij de geglazuurde waterlijsten wordt de helft van de stenen, enkele honderden, vervangen. Zo’n 2000 gevelstenen worden vervangen. Vooral arbeidsintensief werk en per onderdeel wordt overlegd hoe dit hersteld moet worden. Om storend inboetwerk of een te gerestaureerd uiterlijk te voorkomen zijn uitkomende stenen en nieuwe stenen zorgvuldig door elkaar toegepast. Ook oorlogsschade, door ingeslagen kogels aan het eind van WO II, wordt daarom niet hersteld indien er geen technisch noodzaak voor is. De uitvoering vindt plaats in 2009. Het pand staat bijna een half jaar verpakt in een witte doos. Als de steigers  eindelijk weg zijn vragen velen zich af wat er eigenlijk gebeurd is….


(Rijksmonument)*

De ‘Gekroonde lelie’ is een voornaam dubbel woonhuis, gelegen aan de markt in de oude binnenstad. Het oudste deel van het huidige pand zou uit de 2e helft 13e eeuw dateren. Een gotische spitsboognis in de tussenmuur op begane grond, welke tevoorschijn komt tijdens restauratie en verbouwing zou uit die tijd zijn. Tot in de late middeleeuwen wordt het pand bewoond door vooraanstaande schepenfamilies en later door regenten. Een feestelijke foto uit het eind van de 19e eeuw herinnert nog aan de tijd dat het werd  bewoond door burgemeester Coenen. De voorgevel was toen een architectonisch ontworpen geheel. Rond de jaren 1910 worden de onderpuien gewijzigd als de begane grond verbouwd word tot een winkel en een café-bioscoop. Het rechter deel heeft een bovenwoning. In het linkerdeel is de bovenwoning met twee trappenhuizen op complexe wijze opgedeeld in appartementen.

Hoewel er goede gegevens en afbeeldingen zijn van de oorspronkelijke voorgevel wordt na uitgebreide planvorming en overleg toch besloten de voorgevel in de huidige toestand te handhaven. Wel wordt de kap op het rechter deel teruggeplaatst. Intern worden de twee winkels met elkaar verbonden door oude doorgangen weer te openen. Oude bouwsporen worden in het zicht gelaten. In het linker pand wordt het meest ingrijpend verbouwd doordat dit weer een complete woning wordt. Er kan een lift geplaatst worden door een trappenhuis te verwijderen. Bestaande historische elementen worden zoveel mogelijk behouden of hersteld, inclusief niveauverschillen.

Middels enkele zichtlijnen en door ruimten beter in elkaar over te laten lopen, ontstaat een licht en ruimtelijk boeiend geheel. Aan de achterzijde, op het noorden, komt een veranda met glasdak. Meest bijzonder is wel dat in de 13e eeuwse kelder, onder een van de grootste keldergewelven van de stad, een zwembad wordt aangelegd. Goede klimaatbeheersing is nodig om het oude keldergewelf verder onbehandeld en ruw te houden. Tijdens bouwhistorisch onderzoek bij het uitgraven van de kelder blijkt dat het zwembad aangelegd wordt in een oude stadsgracht die mogelijk nog uit de 9e eeuw dateert.


(Rijksmonument)*

Het pand ligt in het centrum van de stad en stamt uit de 14e eeuw. In de 16e eeuw is het nog de woning van de stadstimmerman. De huidige renaissance voorgevel met schoonwerk baksteen, pilasters en natuursteen ornamenten dateert uit de 17e eeuw. Eind 17e eeuw wordt er de Grote of Oranje Sociëteit gehuisvest en had het een grote zaal met imposant stucplafond op de eerste verdieping. Gedurende een korte periode in de Franse tijd (1795-1807) heeft de sociëteit plaats moeten maken voor de commandant van een Frans garnizoen. Daarna deed het pand tot 2006 dienst als apotheek en woning. In de 19e eeuw wijzigen de ramen van de voorgevel en begin 1900 wordt een achterhuis aangebouwd in art-deco overgangsstijl.

In 2008 wordt begonnen met een gefaseerde restauratie. Hierbij komen veel originele details uit verscheidene periodes tevoorschijn, van eiken sleutelstukken in het voorhuis tot een art-deco schouw en -plafond in het achterhuis. Om zoveel mogelijk authentiek materiaal te behouden worden moderne glasfiber staven toegepast bij herstel van eiken moer- en kapgebinten. Ook in de voorgevel worden diverse onderdelen van baksteen en natuursteen hersteld. De grote zaal van de oude Oranje Sociëteit op de eerste verdieping, ooit gebruikt als muziek- en voordrachtszaal, wordt weer in de oorspronkelijke sfeer teruggebracht waarbij ook het gestuukte plafond gerestaureerd wordt. Door de omvang en het plafond wordt dit weer de meest imposante ruimte van het pand. Als moderne toevoeging wordt een kleine goederenlift vervangen door een glazen personenlift tegen een contrasterende achtergrond van oud metselwerk.


Enkele voorbeelden van kleinere restauraties. Vaak hebben deze panden al een rijke bouw- en bewonersgeschiedenis. Meestal wordt daarom in vroeg stadium al overlegd met gemeente over de plannen. Voor de ingrepen wordt gebruik gemaakt van gegevens over een vroegere toestand. De overige aanpassingen zijn op maat met veel aandacht voor (nieuwe) detaillering om zowel te voldoen aan huidige maatstaven van comfort als behoud van monumentale waarde en uitstraling.


1. Nieuwstad, De Biervoerder. Dit oud pakhuis met winkel zou in 1629 gebouwd zijn door Herman Biervoerder, die hier vermoedelijk een herberg runde. De typische hoge rode gevel met sierpleisterwerk in baksteen, de luiken en het hijswerk van het pakhuis sieren de straat. Na de restauratie doet het pand weer dienst als atelier met bovenwoning. Gereed 2016. Inmiddels wordt ook het naastgelegen hoekpand (rechts) opgeknapt, na lange tijd als kantoor te zijn gebruikt, wordt dit verbouwd tot atelier met bovenwoning. Dit is het oorspronkelijke geboortehuis van vooroorlogse toneelspeelster Theodora Mann-Bouwmeester.

2. Nieuwstad, Grand café Berkelpoort. Genoemd naar de waterpoort over de Berkel aan de oostkant van de stad. Deze kledingwinkel werd na enige jaren leegstand verbouwd tot Grand Café met daarboven appartementen. Ook dit monumentale pand heeft nog oude gewelfkelders en een 17e eeuwse eiken kapconstructie met gestapelde gebinten. In de jaren-70 van 20e eeuw zijn de begane grond en eerste verdieping ingrijpend verbouwd en gemoderniseerd naar die tijd en voorzien van een grote moderne pui met portiek. Met behulp van oude afbeeldingen is de onderpui weer in stijl gebracht met de bovenliggende gevel. En met oude kloostermoppen uit de gewelfkelder is een interieur gemaakt die de historische sfeer van poort en stadswal moet weergeven.

3. Gesitueerd op de hoek van Sprongstraat en Beukerstraat stond dit pand lange tijd bekend als een hardrock café met veel rook, bier en harde muziek. Vooral het interieur is opgeknapt waarbij de latere insteekverdieping weer is weggehaald en de oorspronkelijke hoogte, met zware balkenplafond aan de voorkant, weer ervaren wordt. De bovenwoning is opgeknapt en voorzien van eigen entree aan de achterzijde. Inmiddels is de rook opgetrokken en ruimte voor een rustig gesprek bij een glas wijn. De hoge gewelfkelder onder het pand is betrokken bij de exploitatie.

4. Voormalige bakkerij gelegen op de hoek van Oudewand en Armenhage. Vooral subtiel verbouwd en opgeknapt tbv atelier met bovenwoning.

5. Muurwoning aan de Oudewand behorend tot de kleinste woningen van de stad. Gebouwd tegen, en in, de oude stadsmuur. Interieur is geheel vernieuwd inclusief de trappen. Voor een kleine woning een werkelijke puzzel tot op de laatste centimeters.

6. Groot dubbel pand aan de Bornhovenstraat wat decennia lang als een stoffeer- en tapijtwinkel in gebruik was. Diverse malen verbouwd en uitgebreid waarbij de indeling van begane grond en verdieping grotendeels verdween en de oorspronkelijke schuiframen op begane grond werden vervangen door grote winkelramen. Dwars door het pand staan nog delen van de oude stadsmuur waar het pand overheen is gebouwd. Wegens gebrek aan opvolgers is de winkel gesloten. Na diverse plannen om hier meerdere appartementen in te maken is uiteindelijk gekozen tot verbouw naar de oorspronkelijke twee ruime woningen. Gereed 2013


(Gemeentelijk monument)


Dit oude pakhuis ligt in het middeleeuwse koopliedenwijk van de oude stad in de Frankensteeg, een van de kleinste winkelstraatjes van de stad. Op de eerste kadastrale tekeningen uit 1832 vormt dit pand een geheel met een groot koopmanshuis aan de Markt (nr. 63) en oorspronkelijk zou het uit begin van de 17e eeuw dateren. Het pand heeft een kelder met een stookhoek en een houten balklaag voor de begane grond vloer, een hoge begane grond met insteekverdieping, een verdieping en een zolder. Als zelfstandig pand krijgt het in de loop van de 19e eeuw een nieuwe onderpui en wordt het een winkel met wonen op de verdieping. Sinds het midden van de 20e eeuw is hier een schoenmakerij gevestigd.

Met behoud van de historische uitstraling wordt de oude winkel met werkplaats nieuw leven ingeblazen. Aansluitend bij de winkel moet er een koffieruimte komen. De houten winkelvloer moet vernieuwd worden en het verlaagde systeemplafond wordt verwijderd. De winkelpui wordt opgeknapt, waarmee de hoge voorruimte van de winkel met de binnenramen naar de tussenverdieping weer zichtbaar zijn. Ook de oorspronkelijke (moer-)balklaag met sleutelstukken komt weer in het zicht.